3. Afsplitsingen.

 

 

a. Probleem van de Katholiek Apostolische Kerk
  Toen vanaf 1832 deze nieuwe stroming vorm begon te krijgen, waren betrokkenen er heilig van
overtuigd dat de wederkomst van de Heer zeer spoedig zou geschieden. Er was dus niemand
die over het probleem van het uitsterven der apostelen had nagedacht, want dat was voor hen
in het geheel niet aan de orde.
In 1855 stierven echter drie apostelen, en de anderen overwogen toen of de open gekomen plaatsen
door nieuwe apostelen ingevuld moesten worden. In de Heilige Schrift vonden zij echter geen
machtiging tot een dergelijke stap.
In 1859 was er twee keer een roeping van nieuwe apostelen, o.a. door engel-profeet Heinrich Geyer
uit Duitsland, doch de apostelen in Londen wensten hier geen gehoor aan te geven; wel besloten ze
om twee geroepenen tot coadjutor te benoemen. Een coadjutor werd helper van een apostel, en mocht
in zijn persoonlijke opdracht apostelfuncties uitvoeren.
Gevolg van het niet invullen van de lege plekken was, dat toen in 1901 apostel Woodhouse als laatste
apostel overleed alle ambten tot en met die van diaken in de Katholiek Apostolische Kerk op den duur
uitstierven, en dat vanaf 1901 ook niemand meer verzegeld kon worden. Met de dood van de laatste
apostel, meende men, was de tijd van zwijgen gekomen.

b. Ontstaan van de Hersteld Apostolische tak. (De Nieuwe Ordening)
In Hamburg was Friedrich Wilhelm Schwartz hulp-engel. De eerder genoemde Geyer vertelde hem in
1862 per brief dat de Heer tot hem had gesproken, en gezegd had dat de ouderling Rosochacky tot
apostel was geroepen. Schwartz en zijn gemeente Hamburg accepteerden dit, en Schwartz stelde zich
onder Rosochacky.
Doch toen Schwartz en Geyer later werden opgeroepen naar Londen te komen, las apostel Woodhouse
hen slechts het uitsluitingsformulier voor. Intussen had Rosochacky zich teruggetrokken. Toch ging
Schwartz verder, wachtend op een volgende roeping: na een paar maanden werd de priester Preuss tot
apostel geroepen. Op 2e Pinksterdag 1863 werd Schwartz zelf door de mond van de profeet Geyer door
de Heer tot apostel van Holland geroepen.
Op 24 september 1863 kwam Schwartz in Amsterdam aan. Na verloop van tijd waren zij bekend onder
de naam “Apostolische Zending”. Het grote verschil met de Katholiek Apostolische Kerk was dus de
benoeming van nieuwe apostelen, plus een vereenvoudigde liturgie, zonder de vele fraaie, maar dure gewaden.
Ook Schwartz had aan het eind van zijn leven te maken met een crisis, die verband hield met de machts-
verhouding tussen apostelen en profeten. Ook deze keer was het de apostel die de andere drie ambten terug
kon wijzen.

c. Ontstaan van de Nieuw-Apostolische tak en de reactie daarop (Het Nieuwe Licht)
Apostel G.C. Preuss stierf in 1878, en Geyer probeerde toen de Hamburgse gemeente achter de door
hem – heimelijk- geroepen apostel J.F. Güldner te krijgen. Toen dat niet lukte, stichtte hij de “Apostolische
Mission”, die in korte tijd verliep.
Preuss werd in 1881opgevolgd door Friedrich Krebs, die de informele leider van de apostelen werd. Hij werd
daarom wel ‘eenheidsapostel’ genoemd. Met hem begint de Nieuw-Apostolische tak van het Werk: naast de
mindere rol van de profeet was er een tweede verschijnsel van het zogenaamde ‘nieuwe licht’, vooral in
Duitsland onder Krebs gepropageerd, en dat direct na de dood van Schwartz ook in Nederland doorbrak,
namelijk dat het woord van de levende apostel belangrijker werd dan de woorden van de apostel uit de bijbel.
Apostel Schwartz overleed op 6 december 1895 als leider van de Hersteld Apostolische Zendingkerk (HAZK),
de officiële naam van de Apostolische Zending sinds 1893.

In 1897 werd in een roepingsdienst diaken Martinus van Bemmel tot apostel voor Nederland geroepen, doch
al snel weer ontheven uit zijn functie, omdat hij een Schwartz-aanhanger is, en weinig zag in het ‘nieuwe licht’.

Van Bemmel ging zich afscheiden met een aantal gemeenten en bleef de naam HAZK voeren.
Na de dood van Van Bemmel in 1925 ging de gemeente Haarlem onder J.W. Verkruisen in 1931 verder onder
de naam Hersteld Apostolische Zendinggemeente (HAZG). Strijdpunten hierbij waren het vasthouden van
Verkruisen aan de leer van de gelijkheid van de vier ambten, en de christologie
In 1969 ging de groep Schaap uit de HAZK om verder te gaan als HAZK II, terwijl de oorspronkelijke HAZK
de naam droeg ‘HAZK Stam Juda’.
In 1971 verliet de groep Van der Poorten de HAZK Stam Juda: zij stelde zich in de geest onder de overleden
Britse apostelen en ging daarom verder als Katholiek Apostolische Kerk.

Een tweede roepingsdienst werd in juni 1898 in Amsterdam gehouden. Jacob Kofman werd tot apostel in
Nederland geroepen. Zijn richting van het ‘nieuwe licht’ heette vanaf 1 juni 1902 Hersteld Apostolische
Zendinggemeente in de Eenheid der Apostel (HAZEA). In 1910 wordt daar aan toegevoegd: “in Nederland
en Koloniën”. Kofman wordt in 1910 opgevolgd door apostel J.H. van Oosbree.

In Duitsland stierf Krebs in 1905, en hij werd opgevolgd door Hermann Niehaus, die op dezelfde onorthodoxe
lijn zat als Van Oosbree in Nederland. Vanwege nieuwe ideeën, zoals o.a over het H. Avondmaal, gingen
groepen zich afscheiden van de HAZEA:
-       in 1925 de Hersteld Evangelische Apostelen Gemeente (HEAG) o.l.v. H.J. Smit
-       in 1930 de Nieuwe Hersteld Apostolische Zendinggemeente o.l.v.  A. Grootveld

In 1930 werd Johann Gottfried Bischoff door Niehaus tot diens opvolger als stamapostel voorgedragen en aanvaard
door de andere apostelen. Bischoff was orthodoxer dan Niehaus, en hij probeerde daarom in 1939 Van Oosbree
aan banden te leggen: zo mocht deze geen opvolger, opzieners en oudsten meer aanwijzen zonder toestemming
van Bischoff als stamapostel. Bovendien kreeg Van Oosbree een mede-apostel naast zich : Jan Jochems, die de
beoogde opvolger van Van Oosbree werd.

d. Ontstaan van Het Apostolisch Genootschap.
Stamapostel Bischoff was tegen de steeds hoger opgevoerde apostelverheerlijking in Nederland, terwijl Van
Oosbree juist de ideeën van ‘het nieuwe licht’ radicaal toespitste.
Wat kwaad bloed zette in Nederland en elders, was het feit dat Bischoff al voor de ‘Machtsübernahme’ in 1933
zijn sympathie voor Hitler en zijn regiem had laten blijken.
Nadat apostel Van Oosbree was overleden, werd op 2e Paasdag 1946 zijn testament voorgelezen; toen bleek dat
hij oudste L. Slok tot zijn opvolger had aangewezen. De stamapostel benoemde, zoals verwacht, apostel Jochems
tot leider van de HAZEA. Er ontstond een juridische strijd, die uiteindelijk in 1951 werd beslist: zij die voor apostel
Slok hadden gekozen zaten met lege handen, de volgelingen van de stamapostel kregen alle gebouwen en bezittingen.
Apostel Slok richtte toen Het Apostolisch Genootschap op, dat vanaf nul moest beginnen, maar wel met 25.000 van
de 30.000 oorspronkelijke HAZEA-leden. De koers van Slok kan men religieus-humanistisch noemen, waarbij het
woord van de apostel een steeds centralere rol ging spelen en de bijbel verder op de achtergrond geraakte. De plaats
van de apostel verder omhoog werd gestuwd: van ‘Christus-in-de-Apostel’ werd het ‘Christus-als-Apostel’, 
tot ‘God-als-Apostel’.  Toen zijn zoon hem in 1984 opvolgde nam deze afstand van die overheersende 
centrale rol.

e. Problemen rond de Stamapostelboodschap.
Kerst 1951 kwam Bischoff met zijn stamapostel-boodschap naar buiten: hij had een goddelijke openbaring ontvangen, 
waarin hem was toegezegd, dat hij niet meer zou sterven, omdat de Heer nog tijdens zijn leven zou wederkomen. Er 
volgden stormachtige discussies; apostels die de boodschap niet aanvaardden werden afgezet, hele groepen verlieten 
de Neu-Apostolische Kirche in Duitsland en daarbuiten. De HAZEA in Nederland had in 1953 haar naam gewijzigd in 
Hersteld Apostolische Gemeente in de Eenheid der Apostelen (HAGEA); ook hier waren de spanningen hoog opgelopen; in 1954 scheidde de ‘Nieuw-Apostolische Kerk der Nederlanden’  zich af om de stamapostel voor 100% te volgen. 
Na de dood van Bischoff in 1960 gingen HAGEA en NAK weer samen als “Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland”.

In mei 2013 liet stamapostel Leber zich voor het eerst kritisch uit over de stamapostelboodschap: "De NAK houdt er tegenwoordig niet meer aan vast, dat het zich bij de boodschap van stamapostel Bischoff om een goddelijke boodschap heeft gehandeld. De vraag naar de beoordeling van deze boodschap blijft open; het staat een ieder vrij zich daarover een eigen oordeel te vormen. De NAK zal ook niet meer van de motivering, dat de Heer zijn wil veranderd heeft, gebruik maken".

 f. Afgescheidenen groeperen zich in de "Vereniging van Apostolische Gemeenten".
Toen in de vijftiger jaren van de 20e eeuw velen gedwongen waren de Neu-apostolische Kirche te verlaten, omdat ze
niet konden instemmen met de stamapostel-boodschap, kwam er bij een aantal groeperingen de wens naar voren om
zich als lotgenoten te bundelen, en hoewel elke groep onafhankelijk bleef, ontstond in 1956 de Vereniging van
Apostolische Gemeenten, met in totaal ca. 40.000 leden. Ook sloten zich groepen aan wier apostel al eerder in de 20e
eeuw door stamapostel Niehaus was afgezet.

Aangesloten hadden zich (met jaartal van hun oorspronkelijke ontstaan):  
·      Apostolic Church of Queensland (in 1911 wordt apostel H.F. Niemeyer afgezet)  
·      Reformiert-Apostolische Gemeindebund (in 1921 wordt districtsapostel C.A. Brückner in Duitsland afgezet)  
·      Vereinigung Apostolische Christen in Zwitserland (in 1954 i.v.m. de stamapostel-boodschap)  
·      Apostolische Gemeinschaft, Duitsland (in 1955 door de excommunicatie van de districtsapostelen Kuhlen,
       Dehmel en Dunkmann, i.v.m. de stamapostel-boodschap)  
·      Apostolic Church of Southafrica, Apostle Unity in Zuid-Afrika (in 1955 onder Apostel Erasmus senior  i.v.m. de    
        stamapostel-boodschap)  
·      Gemeente van Apostolische Christenen in Nederland (in 1958 met de HEAG van H.J. Smit, plus met uitgezette
        leden van HAZEA / HAGEA o.l.v. Kamphuis)  
·      Union des Chrétiens Apostoliques in Frankrijk (in 1954)  
·      United Apostolic Church in India en Filippijnen  
·      Igreja Evangelica Apostolica in Brazilië.

Momenteel tellen zij elf apostelen.

De huidige ‘Apostolische Gemeinde des Saarlandes’  was van 1956 tot 1967 ook bij de VAG aangesloten, evenals
de - ondertussen verdwenen - Altapostolische Gemeinde in Österreich van 1987 tot ca. 1995.

                                                                                                                                   (terug naar de beginpagina)